Vanaf 1 januari 2023 is de verantwoordelijkheid van de verleggingsregeling voor werken in onroerende staat aangepast. De dienstverrichter (of leverancier) moet niet meer nagaan of de afnemer periodieke btw-aangiftes indient. Vanaf zodra de afnemer een btw-nummer heeft, kan de btw verlegd worden naar de afnemer bij werken in onroerende staat. De dienstverrichter (of leverancier) moet voortaan volgende mededeling op de factuur vermelden : “Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na de ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is die is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten.” (artikel 20 § 3, lid 1 van KB nr.1)